Lerend evalueren is een evaluatiemethode die tijdens het beleidsproces wordt ingezet om beleid gaandeweg te verbeteren. De methodologie richt zich op snel en diep leren. Snel leren gebeurt door het inrichten van korte feedbackloops over de werking van beleid, zodat beleid tijdig kan worden bijgestuurd en verbeterd. Diep leren gebeurt via feedback en reflectie op de inrichting van het beleidsarrangement – het samenspel aan doelen, governance, spelregels en uitgangspunten – in beleid, zodat de opgavegerichtheid van het beleid op de lange termijn verbetert. Tijdens een lerende evaluatie werken evaluatoren en beleidsbetrokkenen samen om betekenisvolle inzichten te ontwikkelen voor het lopende beleidsproces.. De afgelopen tien jaar heeft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) samen met het Athena Instituut van de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam gewerkt aan het standaardiseren en professionaliseren van deze methodiek. Dit artikel tekent de uitgangspunten, principes en aandachtspunten op met voorbeelden uit recente lerende evaluaties uit de praktijk van het PBL, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), provincie Overijssel, Arcadis en Planbureau Fryslân – een greep uit organisaties die lerend evalueren toepassen. Een belangrijk aandachtspunt voor de uitvoering is dat de impact van een lerende evaluatie slechts zo groot kan zijn als de mate waarin een lerend beleidsnetwerk ontvankelijk is voor de lessen, waarvoor een lerende overheid aan de basis staat. |
Artikel |
Lisa Verwoerd & Eva Kunseler: Lerend evalueren: een methode voor beleidsevaluatie van complexe veranderopgavenThemareeks Methoden en benaderingen in de beleidsevaluatie, Dick Hanemaayer, Jos Mevissen, Valérie Pattyn (red.) |
Trefwoorden | Themareeks Methoden en benaderingen in de beleidsevaluatie |
Auteurs | Lisa Verwoerd en Eva Kunseler |
SamenvattingAuteursinformatie |
Column |
Beleids- en evaluatieonderzoek zonder democratie: waartoe en voor wie? |
Auteurs | Peter van der Knaap |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bijdragen aan de kwaliteit van beleid en bestuur geldt als de belangrijkste functie van beleids- en evaluatieonderzoek. Maar wat is dan de functie ervan zonder democratie? Is het verbeteren van ‘prestatielegitimiteit’ ook voldoende? Peter van der Knaap meent van niet: het verdient op zijn minst reflectie. Ook met het oog op de lessen die we er anno 2025 binnen ons eigen land van kunnen leren. |
Artikel |
De impact van doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoek van de Algemene Rekenkamer op de rijksoverheid |
Auteurs | Sjoerd Keulen, Valérie Pattyn, Ruud van Druenen e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Rekenkamers zijn de afgelopen decennia steeds meer de doelmatigheid en doeltreffendheid van overheidsbeleid gaan onderzoeken, wat doorgaans onder de vlag van ‘doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoek’ (DDO) door het leven gaat, of ‘performance audit’ in internationale kringen. Er is echter bijzonder weinig systematisch empirisch onderzoek gedaan naar deze onderzoeken en er is veel debat of dit type onderzoek überhaupt impact heeft. |