-
Samenvatting
Het kabinet-Balkenende II streeft met het actieprogramma ‘Andere Overheid’ naar een overheid die: terughoudender is in wat ze regelt, een groter beroep doet op maatschappelijke krachten, zich concentreert op een aantal kerntaken en hoogwaardige prestaties levert. Centraal staat de herbezinning op de inrichting en werking van de (rijks)overheid en op de verhouding tussen de overheid en de samenleving, die consequent ‘civil society’ wordt genoemd. Met behulp van vier actielijnen, die bijna zeventig initiatieven omvatten, wordt geprobeerd de overheid te veranderen. De ambities van het programma en de vele initiatieven rechtvaardigen bestuurswetenschappelijke aandacht. Wat is het ‘andere’ van ‘Andere Overheid’? Is dat echt anders - en beter? Zo niet, hoe zou een echt ‘andere’ overheid eruit kunnen zien? Dergelijke vragen, zo zal blijken, worden terecht gesteld. Vooral in organisatietheoretisch opzicht kent het programma relatief klassieke oriëntaties die niet alleen niet om een echt andere overheid gaan, maar ook tekortschieten om overheidsorganisaties zinvol te verbinden met complexe maatschappelijke contexten en praktijken.
Bestuurskunde |
|
Artikel | Verouderde vernieuwing?Hoe een ‘Andere Overheid’ echt ‘anders’ kan zijn |
Auteurs | Mirko Noordegraaf en Martijn van der Meulen |
Auteursinformatie |
Kies uw weergave